1900
Het huis dankt zijn naam aan een put die hier bij de poort van het Minderbroedersklooster reeds in 1386 wordt vermeld. In 1502/'3 wordt Ghysbrecht 'aenden put' aangeslagen voor een vrij groot bedrag, wat doet vermoeden dat hij bezitter is van het huis. Enkele jaren later moet Willem Ghysbrechtss samen met zijn zuster betalen. In de cijnsboeken wordt een groot perceel van 100 voet (= 28,76 m) genoemd en 'een weynich byde strate'. Dit kleine stukje grond zal de stoep zijn die tegenwoordig wordt gemarkeerd door hardstenen stoeppalen. | 265 |
Op het grote perceel van 100 voet stonden mogelijk de huisjes aan het Tweede Korenstraatje. In 1985 is 'De Put' gerestaureerd en bij die gelegenheid ook bouwhistorisch onderzocht. Het huis blijkt tegen de linker buur te zijn aangebouwd. Dit moet ná de verhoging van het buurpand in de 15de eeuw hebben plaatsgevonden, maar vóór het begin van de 16de eeuw. We weten niet hoe het pand er toen uitgezien heeft, aangezien het in 1671 bijna geheel herbouwd is. Hierbij zijn delen van de houtconstructies hergebruikt, waaruit we kunnen afleiden dat er een houtskelet aanwezig is geweest. De kapconstructie bezat dekbalkjukken. Deze kap heeft bij het beleg van 1601 schade geleden. Door de 'gespannen' is toen één schot gegaan. Kennelijk was er geen dakbeschot. Op de bouwbloktekening is de situatie van het huis in de 17de eeuw weergegeven. | 266 |
Kort na elkaar zijn in 1982 en 1985 de enige twee panden met pilaster-halsgevels, die 's-Hertogenbosch rijk is, gerestaureerd. Het betreft hier de huizen Vughterstraat 75, "De Meermin" en Tweede Korenstraatje 18, "De Put". Dit bood een goede gelegenheid om de beide panden aan een bouwhistorisch onderzoek te onderwerpen en ze onderling te vergelijken. Al snel bleek dat, afgezien van de voorgevels, de huizen weinig overeenkomsten vertonen. In de zeventiger jaren van de 17e eeuw (de tijd waarin de beide gevels van de panden zijn gebouwd) ging men in 's-Hertogenbosch al op dezelfde wijze te werk als in de 19e eeuw: voor het oude middeleeuwse pand plaatste men een eigentijdse gevel zodat het pand weer als "nieuw" leek. Bij "De Meermin" is men op die wijze te werk gegaan (zie elders in deze kroniek). Naar het zich laat aanzien heeft men echter bij het huis "De Put" het hele pand verbouwd in de 17e eeuw, waarbij gebruik werd gemaakt van afkomende bouwmaterialen. Ook in situatief opzicht is er sprake van een essentieel verschil tussen de beide panden. De "Meermin" is een pand in een rij, gelegen aan één van de hoofdstraten. Het huis "De Put" is een hoekpand, gesitueerd langs twee secundaire straten (het Tweede Korenstraatje en de Doode Nieuwstraat). De voorgevel van "De Put" vormt echter visueel een afsluiting van de Karrenstraat. Door deze markante ligging zal men wellicht ertoe zijn overgegaan om een representatieve gevel op die plek te bouwen. Het pand is gelegen binnen de oudste stadskern in een bouwblok dat zich uitstrekte tussen de Pensmarkt en het terrein van het 13e eeuwse Minderbroedersklooster. Dit klooster verloor zijn functie na de verovering van 's-Hertogenbosch (1629) door de Staatse legers onder Frederik Hendrik en werd kort na 1641 grotendeels gesloopt.1 Over het voormalige kloosterterrein werd de Doode Nieuwstraat aangelegd. In 1651 stond er reeds een aantal panden langs deze nieuwe straat. Oudste historische gegevens van het huisAfgaande op de gepubliceerde bronnen dateert de oudste schriftelijke vermelding van het huis "de Put" uit 1620.2 Uit de omschrijving van het pand kan worden opgemaakt dat het in dat jaar al enige tijd bestond ("van outs genoemd den put") en dat het voorzien was van een "loge oft gallerye daer op | 58 |
ende lanx gestaen hebbende". Nog in 1692 is er sprake van deze galerij "daarop en daarlangs gestaan hebbende".3 Afgaande op deze omschrijving liep deze galerij kennelijk langs de rechterzijmuur van het huis. De functie van een galerij op deze plaats is niet duidelijk. Op het kadastrale minuutplan uit ca. 1823 is te zien, dat er achter het huidige pand een open plaats was en dat er zich hiernaast een achterbebouwing van het huis "De Put" bevond, gesitueerd achter het huurpand. Vermoedelijk zal de genoemde galerij op het achtererf als verbinding tussen het huis en deze achterbebouwing hebben gelopen. | 60 |
Noten | |
1. | Van Heurn 1777, III, 408. |
2. | Meischke 1969, 318. |
3. | Van Sasse van Ysselt 1910-14, III, 517. |
Boelens829. "De Put". Gevel van baksteen met Jonische pilasters, en praaltrossen van natuursteen. In den top staat gebeiteld MDCLXXI. Lager, een veel oudere, ingemetselde gevelsteen, voorstellende Christus en de Samaritaansche vrouw bij den waterput. | 53 |
Deze keer zal de rubriek een beetje persoonlijk getint zijn. Op de bovenverdieping van het huis in het Tweede Korenstraatje, dat volgens de gevelsteen 'in de put' heet, heeft mijn familie zo'n honderd jaar gewoond. Afgelopen jaar heeft mijn moeder het in verband met restauratie moeten verlaten. Na deze restauratie zal deze nu sterk vervuilde gevelsteen weer beter zichtbaar zijn. De afbeelding geeft Jezus en de Samaritaanse vrouw weer, die hij bij de put van Jacob te Sichar in Samaria om drinken verzocht. Het was een vreemd verzoek van een Jood aan een Samaritaanse, want beide bevolkingsgroepen stonden vijandig tegenover elkaar. Er ontwikkelde zich een gesprek, waarbij Jezus verkondigde dat hij kon zorgen voor het levende water, waardoor niemand meer dorst kon krijgen. Toen bleek dat hij een aantal feiten uit het leven van de vrouw kende, was zij zeer verbaasd en geloofde in hem. Al in het Bossche schepenregister van 1503 is er sprake van een huis 'Aan den put', eigendom van Ghisbertus Willemsz. De huidige gevel van het pand dateert uit 1670. Vroeger was het huis groter. Het achterterrein ging in de tweede helft van de negentiende eeuw verloren toen er een koetshuis werd gebouwd. Toen werd het huis ook in een beneden- en een bovenwoning gesplitst en werd er een deur in de zijgevel (Doode Nieuwstraat) aangebracht. Toen mijn overgrootvader P.C. Molhuysen de bovenwoning in 1887 huurde, had een poosje leeggestaan. Men raadde hem af er te gaan wonen, omdat het een spookhuis zou zijn. We hebben er nooit iets van gemerkt. Wel hebben we periodes gehad, waarin we de grote zolder 's avonds griezelig vonden, maar dat lag meer aan de fantastische spelletjes, die we er overdag speelden. Want gespeeld is er in dat oude huis met al zijn ongerief, door mijn opa en zijn broer en zus, door mijn vader en zijn zusjes, door mij en mijn broer, op die rare zolder met de schoorsteen er dwars doorheen. Helaas had mijn grootvader geen zin het huis te kopen, toen hij er de mogelijkheid toe had. In 1927 werd het eigendom van de vereniging Hendrick de Keyser, die het nu naar een ontwerp van architect Jan van der Eerden gaat restaureren, zodat mijn dochtertje nu verzucht: 'In oma's oude huis kon je veel fijner spelen…' |
datering: 1665/1671
| 138 |
Het pand is gebouwd op het voormalige terrein van de Minderbroeders. In 1671 werd het pand geheel vernieuwd. In 1927 werd het huis aangekocht door 'Hendrick de Keyser'. De restauratie van de gevel en de kap vond, ondanks de Duitse bezetting, plaats in de jaren 1943-'44. De binnenrestauratie werd pas in 1984 uitgevoerd. In 1665 wordt de voorganger van het huidige pand 'In den Put' reeds genoemd. Bij de verbouwing van 1671 werd er een voorstelling van 'Jezus en de Samaritaanse vrouw' opgenomen met daaronder de huisnaam. Waarschijnlijk was de begane grond in 1671 verdeeld in een voorhuis, een binnenkamer en een achterkamer. Een lange gang liep links van de kamers naar achteren. In het midden van de 19de eeuw werd het huis gesplitst in een boven- en benedenhuis. De gevel is heel goed bewaard gebleven. Door de twee middenpilasters en twee zijlisenen wordt de gevel verdeeld in drie traveeën en heeft een bekroning in de vorm van een halsgevel met klauwstukken, een hoofdgestel en een fronton. De middenpilasters lopen, op de manier zoals in Amsterdam veel voorkwam, zonder onderbreking door van de straat tot boven in de geveltop. | 139 |
1928 |
C. VisserHet huis "In de put" te 's-HertogenboschHeemschut 9 (1928) |
|
1965 |
RedactieDen Bosch MonumentenstadBrabants Dagblad maandag 13 september 1965 (foto) |
|
1975 |
RedactieHet pand 'In de Put'Brabants Dagblad woensdag 26 november 1975 (foto) |
|
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor. In de putBrabants Dagblad donderdag 22 december 1983 (foto) |
|
1988 |
H.W. Boekwijt en A.H. van DrunenTweede Korenstraatje 18 "De Put"Kroniek van bouwhistorisch en archeologisch onderzoek 's-Hertogenbosch 1 (1988) 58-67 |
|
1998 |
Jo Hendriks25 jaar KringhuisKringNieuws 3 (1998) 5-7 |
2016 |
Huis ‘De Put’Dit huis is vrijwel geheel gebouwd in 1671, zoals wordt weergegeven in Romeinse cijfers in de geveltop, vermoedelijk ter plaatse van een oudere voorganger op deze plek. De voorgevel is typerend voor deze periode in de 17e eeuw en lijkt in bijzondere mate op soortgelijke pilastergevels die destijds werden ontworpen door de Amsterdamse architect Philip Vingboons (1608-1678). Vandaar dat deze gevel (net zoals die van de vrijwel identieke gevel Vughterstraat 75) ‘Vingboonsgevel’ wordt genoemd. Vingboons publiceerde zijn ontwerpen als gravure, dus het is goed mogelijk dat hier een lokale bouwmeester zich door Vingboons heeft laten inspireren. In het interieur van het huis bevinden zich nog authentieke, samengestelde balklagen met moer- en kinderbinten.
Magazine Open Monumentendag (2016) 12
|
1865 | J. van Oerle (winkelier in gouden en zilveren werken) - P. van Oerle (fabrijkant in gouden en zilveren werken) |
1875 | J.G. van Oerle (winkel. in gouden en zilverw.) - P. van Oerle (fabriekant in goud en zilverenwerk.) |
1881 | J.G. van Oerle (winkelier in goud en zilverwerken) - P. van Oerle (fabriekant in goud en zilverwerken) |
1908 | B.A. Boelens (koopman) |
1910 | B.A. Boelens (koopman) |
1928 | J.H. van de Ven |
1943 | F.W. Niterink (rijwielhandelaar) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 48
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 197